1. Voltage genereren:
- Een alternator gebruikt een roterend magnetisch veld om een elektrische stroom in zijn statorwikkelingen te induceren.
- De sterkte van dit magnetische veld, en daarom de uitgangsspanning, wordt geregeld door:
- Veldstroom: De rotor van de alternator heeft zijn eigen wikkeling, het veldwikkeling genoemd. De stroom die door deze wikkeling stroomt, bepaalt de sterkte van het magnetische veld.
- snelheid: Hoe sneller de rotor draait, hoe hoger de uitgangsspanning.
- De interne regulator van de alternator past de veldstroom aan om een constante uitgangsspanning te behouden, ongeacht de belasting.
2. Laden en stroom:
- De alternator genereert een specifieke spanning (meestal ongeveer 13-14 volt in een auto).
- De hoeveelheid stroom uit de alternator is afhankelijk van de weerstand van de daarmee verbonden belasting.
- de wet van Ohm Beschrijft deze relatie: stroom (i) =spanning (v) / weerstand (r) .
- Hoge weerstand betekent lage stroom , en lage weerstand betekent Hoge stroom .
3. Voorbeelden:
- Wanneer de koplampen van uw auto worden ingeschakeld, hebben ze een lagere weerstand dan de rest van het elektrische systeem. Dit leidt ertoe dat een hogere stroom wordt getrokken uit de alternator om de koplampen van stroom te voorzien.
- Als u de airconditioner inschakelt, trekt de compressor veel stroom, waardoor de alternator harder werkt.
Samenvattend:
- De alternator produceert een specifieke spanning.
- De hoeveelheid stroom uit de alternator is afhankelijk van de daarmee verbonden belasting.
- De alternator past zijn uitgang aan om aan de behoeften van de belasting te voldoen, binnen de limieten.
Het is belangrijk op te merken dat een alternator een maximale stroomuitgang heeft die het kan bieden. Als de belasting meer stroom vereist dan de alternator kan leveren, daalt de spanning en kan de alternator oververhit raken of falen.