Kant één:
1. "Rijd in mijn auto"
2. "Noors hout (deze vogel is gevlogen)"
3. "Je zult mij niet zien"
4. "Nergens man"
5. "Denk voor jezelf"
6. "Het Woord"
Zijkant twee:
1. "Michelle"
2. "Wat gebeurt er"
3. "Meisje"
4. "Ik kijk door je heen"
5. "In mijn leven"
6. "Wacht"
7. "Ren voor je leven"