Door Clara Edwards
Bij de bocht van de rivier,
Waar het water snel golft,
Staat een mooie wilg,
Met zijn takken die zich enorm verspreiden.
In het vroege ochtendlicht,
Als de zon helder schijnt,
De bladeren van de wilg
Dans en glinster van vreugde.
En de vogels zingen in de takken,
Een lied van vreugde en lof,
Aan Degene die alles heeft geschapen,
Op deze wonderbaarlijke boswegen.
Bij de bocht van de rivier,
Waar het water zo helder stroomt,
Ik hou ervan om te zitten en na te denken,
Over de wonderen die dichtbij zijn.
Want in de schoonheid van de natuur,
Gods handwerk zie ik,
En mijn hart is gevuld met dankbaarheid,
Voor al Zijn liefde voor mij.
Dus bij de bocht van de rivier,
Waar de wilg groeit,
Ik vind een plek van vrede en vreugde,
En mijn geest overstroomt.