(Jacques Brel)
Eerste vers:
Onze liefde was een dans,
De sterren waren ons licht,
We bewogen en we zongen,
Alles was die avond verwondering en magie.
Koor:
En nu, nu zijn we oude geliefden,
Onze passie is koud geworden,
Maar de herinneringen aan onze liefde,
Die zullen we vasthouden.
Tweede vers:
Wij deelden onze dromen,
Wij spraken ons hart,
We lachten en we huilden,
Alsof de tijd geen einde kent en we nooit meer weggaan.
Koor:
En nu, nu zijn we oude geliefden,
Onze passie is koud geworden,
Maar de herinneringen aan onze liefde,
Die zullen we vasthouden.
Brug:
De vlam is misschien verdwenen,
Maar de sintels blijven,
Zachtjes gloeiend in het hart van alles wat we hebben gedeeld,
Een herinnering aan een liefde die zo zeldzaam is.
Derde vers:
Door al onze jaren,
Onze liefde heeft overleefd,
In rustige momenten en in verhalen die we hebben geleefd,
De essentie van onze liefde is nog steeds aanwezig.
Koor:
En nu, nu zijn we oude geliefden,
Onze passie is koud geworden,
Maar de herinneringen aan onze liefde,
Die zullen we vasthouden.
Uittro:
Dus laten we vasthouden aan onze herinneringen,
Laat ze ons door de dagen leiden,
Want in deze dierbare momenten,
Onze liefde zal altijd blijven.