Ik zie de wereld door andere ogen,
Jouw kleuren vloeien over in de mijne.
Ons gelach galmt door de lucht,
Als golven die nooit verdwijnen.
(Koor)
Ik wou dat ik erbij had kunnen zijn,
Toen je je weg zo duidelijk vond.
Om naast je te lopen in je dromen,
En deel uw vreugde, uw hoop, uw plannen.
(Vers 2)
De tijd die we doorbrachten was veel te kort,
Een wervelwind van emoties gevangen.
Samen verkenden we het onbekende,
Met sterren erboven, onze harten gloeiend.
(Pre-refrein)
Oh, herinneringen, ze achtervolgen mijn geest,
Momenten verloren in de tijd.
Ik vraag me nu af, of je nog steeds denkt:
Van die zomeravond, van de zoete inkt van de liefde.
(Koor)
Ik wou dat ik erbij had kunnen zijn,
Toen je je weg zo duidelijk vond.
Om naast je te lopen in je dromen,
En deel uw vreugde, uw hoop, uw plannen.
(Brug)
Kon ik de tijd maar terugdraaien,
Om die dagen opnieuw te beleven, zo goddelijk.
We praatten urenlang naast elkaar,
Onze zielen verstrengeld, liefde onbeperkt.
(Koor)
Ik wou dat ik erbij had kunnen zijn,
Toen je je weg zo duidelijk vond.
Om naast je te lopen in je dromen,
En deel uw vreugde, uw hoop, uw plannen.
(Outro)
Maar nu jij weg bent, en ik hier achterblijf,
Met alleen maar herinneringen, mijn liefste.
Ik zal ze koesteren met heel mijn hart,
Tot de dag dat we elkaar weer ontmoeten, vanaf het begin.