(Vers)
In een land van mysterie, waar legendes wonen,
Ligt het verhaal van een schoonheid, bij het zachte getij van de zee.
Vrouwe van het Meer, haar geheimen onbekend,
Een geest van betovering, in een wereld op zich.
(Vers)
Diep in de mystieke wateren, waar dromen uitkomen,
Ze woont in haar koninkrijk, van glinsterende dauw.
Met haar als een raaf, en diepblauwe ogen,
Vrouwe van het Meer, haar essentie is waar.
(Vers)
Gefluister in de wind draagt haar naam,
Door valleien en bergen verkondigde haar aanwezigheid.
Ze danst met het maanlicht, onder de sterrenhemel,
Een spreuk uitspreken, die nooit zal sterven.
(Koor)
Oh, Vrouwe van het Meer, uw goddelijke schoonheid,
Betovert onze ziel, met een liefde zo subliem.
In jouw waterige omhelzing vinden we troost en vrede,
Voor altijd betoverd, door jouw eeuwige verlossing.
(Vers)
Legenden spreken over haar macht, om hartenwens te vervullen,
Het begeleiden van vermoeide reizigers, naar dromen die zij nastreven.
Met een zachte aanraking herstelt ze gewonde harten,
Hoop brengen aan degenen die hun deel verloren hebben.
(Vers)
Onder de wilgen, waar het water stroomt,
Ze komt gracieus tevoorschijn, met een stralende gloed.
Haar jurk is geweven met sterrenstof en licht,
Een visioen van verwondering, dat ons met vreugde vervult.
(Koor)
Oh, Vrouwe van het Meer, uw goddelijke schoonheid,
Betovert onze ziel, met een liefde zo subliem.
In jouw waterige omhelzing vinden we troost en vrede,
Voor altijd betoverd, door jouw eeuwige verlossing.
(Brug)
Terwijl de mist begint op te trekken en de dageraad opnieuw aanbreekt,
Ze verdwijnt in de diepte, in een sluier van mistig blauw.
Toch blijft haar geest, in de harten van allen,
Een tijdloze bewaker van liefde en de roep van de waarheid.
(Outro)
Oh, Vrouwe van het Meer, uw legende zal blijven bestaan,
Door de komende generaties heen is jouw magie zo puur.
In jouw waterige rijk, waar dromen op de vlucht slaan,
We zullen voor altijd aangetrokken worden, naar jouw hemelse licht.