Te midden van de torenhoge pieken en groene heuvels,
Waar de bergbries fluistert en de natuur trilt,
Een stad genesteld in de omhelzing van de Benguet,
Baguio, een toevluchtsoord vol gratie.
(Koor)
Oh, Baguio, stad van dennen,
Waar schoonheidserenades en vrede samenkomen,
Je charme ontvouwt zich als een goddelijke symfonie,
Betoverende harten, een aards paradijs zo fijn.
(Vers 2)
Met straten versierd met een tapijt van bloemen,
Het canvas van de natuur verspreidt zijn levendige krachten,
Parken en tuinen bloeien in levendige tinten,
Een paradijs waar dromen en leven samenvloeien.
(Koor)
Oh, Baguio, stad van dennen,
Waar schoonheidserenades en vrede samenkomen,
Je charme ontvouwt zich als een goddelijke symfonie,
Betoverende harten, een aards paradijs zo fijn.
(Vers 3)
In frisse ochtendlucht, de geur van dennen,
Een therapeutische oase zo subliem,
Waar welzijn gedijt en geesten bevrijding vinden,
Een toevluchtsoord voor rust en vrede.
(Koor)
Oh, Baguio, stad van dennen,
Waar schoonheidserenades en vrede samenkomen,
Je charme ontvouwt zich als een goddelijke symfonie,
Betoverende harten, een aards paradijs zo fijn.
(Vers 4)
Terwijl de zon ondergaat boven het schilderachtige Mirador,
Een canvas geschilderd in gouden tinten en meer,
De hartslag van de stad vertraagt, dromen vliegen op de vlucht,
In dit betoverende rijk verandert de dag in de nacht.
(Koor)
Oh, Baguio, stad van dennen,
Waar schoonheidserenades en vrede samenkomen,
Je charme ontvouwt zich als een goddelijke symfonie,
Betoverende harten, een aards paradijs zo fijn.
(Brug)
Wij eren je, Baguio, met een nederig hart,
Voor de rust die jouw pracht schenkt,
Een oase van rust, een thuis dat zowel sterk als waar is,
Ons loflied voor alles wat je hebt gedaan.
(Koor)
Oh, Baguio, stad van dennen,
Waar schoonheidserenades en vrede samenkomen,
Je charme ontvouwt zich als een goddelijke symfonie,
Betoverende harten, een aards paradijs zo fijn.