In een land van verwondering en zeldzame schoonheid,
Waar de zon de aarde kuste met gouden gloed,
Leefde een nederige vrouw, Maria bij naam,
Haar hart puur als de sneeuw op het frame van de berg.
(Koor)
Afrikaanse Noel, Afrikaanse Noel,
Zing Halleluja, laat onze stemmen aanzwellen.
In het hart van Afrika vliegt een lied op,
Terwijl wij deze Heilige Nacht vieren.
(Vers 2)
In een eenvoudige stal vond een wonder plaats,
Een uitverkoren kind geboren met de genade,
Maria's armen omhulden Hem met liefde,
Een kostbaar geschenk uit de hemel hierboven.
(Koor)
Afrikaanse Noel, Afrikaanse Noel,
Zing Halleluja, laat onze stemmen aanzwellen.
In het hart van Afrika vliegt een lied op,
Terwijl wij deze Heilige Nacht vieren.
(Vers 3)
De herders lieten haastig hun kudden achter,
Geleid door de ster die zo kuis scheen,
Ze vonden het Christuskind, in doeken gewikkeld,
Een licht van vrede in het uiteenvallen van de wereld.
(Brug)
Net als de wijze mannen van ver, komen wij,
Ik breng geschenken van liefde, vreugde en wat,
Om aan de voeten van de pasgeboren koning te liggen,
Ons eerbetoon aan Zijn wonderbaarlijke bron.
(Vers 4)
Laat het ritme van Afrikaanse drums kloppen,
Een vreugdevol koor voor deze heilige ontmoeting,
Samen dansen we met een zo sterk geloof,
Onze stemmen verheffen in een vreugdevol lied.
(Koor)
Afrikaanse Noel, Afrikaanse Noel,
Zing Halleluja, laat onze stemmen aanzwellen.
In het hart van Afrika vliegt een lied op,
Terwijl wij deze Heilige Nacht vieren.
(Outro)
Over de savanne, woestijnen breed,
Moge de geest van Kerstmis verblijven,
Van stam tot stam, een boodschap puur,
Het stralende baken van de liefde zullen we zeker verdragen.