Ik zit hier in mijn werkplaats,
Omringd door al mijn speelgoed,
Ik wou dat je deze plek kon zien,
Het is een winterwonderland vol vreugde.
(Koor)
Jingle-bommen, jingle-bommen,
Uit de lucht vallen,
Jingle-bommen, jingle-bommen,
Geesten laten vliegen.
(Vers 2)
Ik heb elfen die dag en nacht werken,
Om er zeker van te zijn dat iedereen een cadeau heeft,
En de Kerstman maakt zich klaar om te vliegen,
Met zijn slee vol cadeautjes zo snel.
(Koor)
Jingle-bommen, jingle-bommen,
Uit de lucht vallen,
Jingle-bommen, jingle-bommen,
Geesten laten vliegen.
(Brug)
Dus verzamel je rond de boom,
En laten we een kerstlied zingen,
De cadeautjes zullen uiteindelijk komen,
Wees dus geduldig en blijf sterk.
(Koor)
Jingle-bommen, jingle-bommen,
Uit de lucht vallen,
Jingle-bommen, jingle-bommen,
Geesten laten vliegen.
(Outro)
Vrolijk kerstfeest allemaal,
En voor iedereen een goede nacht.