In "Zucht niet meer, dames" onderzoekt Shakespeare het thema van de wisselvalligheid van de liefde. Het gedicht begint met de spreker die een groep dames toespreekt en hen aanspoort niet te zuchten om hun verloren liefdes, aangezien alle mannen in wezen hetzelfde zijn en niemand te vertrouwen is. Hij beweert dat de liefde van de mens net zo vluchtig is als het schuim van de zee, en dat degenen die haar nastreven gedoemd zijn tot teleurstelling.
De spreker versterkt dit idee door een reeks vergelijkingen, waarbij hij de liefde van mannen vergelijkt met de maan, die voortdurend verandert, en met de buien in april, die net zo onvoorspelbaar zijn als de liefde zelf. Het gedicht eindigt met de spreker die de dames adviseert tevreden te zijn met hun eigen schoonheid, in plaats van de wispelturige genegenheid van mannen te zoeken.
Door het hele gedicht heen gebruikt Shakespeare rijke beelden en metaforen om het thema van de wisselvalligheid van de liefde over te brengen. Dit thema resoneert diep met het idee van liefde als een onvoorspelbare kracht, die gemakkelijk kan omslaan van passie in onverschilligheid, van loyaliteit in verraad. Uiteindelijk herinnert het gedicht de lezers aan het belang van eigenliefde en onafhankelijkheid in het licht van de onzekerheden van de liefde.