Daar woont een klein meisje, een stralend licht.
Hoe heet ze, vraag ik me af terwijl ik kijk,
In dit nummer vindt haar verhaal zijn plaats.
(Koor):
Klein meisje, vertel me je naam,
Deel de magie van je innerlijke vlam.
In een wereld van gefluister en liedjes zo puur,
Laat uw geest ontbranden en volharden.
(Vers 1):
Met ogen als sterren en een glimlach zo breed,
Jouw aanwezigheid vervult mijn hart met trots.
Stuiterend van het lachen, dansend in de zon,
Je bent een melodie die niet ongedaan kan worden gemaakt.
(Koor):
Klein meisje, vertel me je naam,
Deel de magie van je innerlijke vlam.
In een wereld van gefluister en liedjes zo puur,
Laat uw geest ontbranden en volharden.
(Vers 2):
Je verbeelding zweeft als een vogel,
Dromen najagen die niemand ooit heeft gehoord.
Met kleurpotloden en penselen schilder je de lucht,
Werelden creëren waar de verwondering werkelijk ligt.
(Brug):
Oh, wat vliegt de tijd, mijn lieve kleintje,
Van mollige wangen tot een jeugdige bloei.
Elke mijlpaal bereikt, een moment zo groots,
De essentie van jou in dit oprechte lied.
(Koor):
Klein meisje, vertel me je naam,
Deel de magie van je innerlijke vlam.
In een wereld van gefluister en liedjes zo puur,
Laat uw geest ontbranden en volharden.
(Vers 3):
In je lach zit een melodie zo zoet,
De symfonie van het leven herhaalt het.
Moge je altijd het verlangen van je hart volgen,
Geleid door liefde en pure geesten, zo eerlijk.
(Koor):
Klein meisje, vertel me je naam,
Deel de magie van je innerlijke vlam.
In een wereld van gefluister en liedjes zo puur,
Laat uw geest ontbranden en volharden.
(Outro):
Dus neurie ik dit lied, met een hart zo waar,
Voor een klein meisje wiens gratie doorschijnt.
Moge jouw naam zo lang door de jaren heen weerklinken,
Een verhaal van verwondering in dit prachtige lied.