Vers 1:
Het eerste couplet introduceert het hoofdthema van het lied, dat gaat over het gevoel verloren en alleen te zijn. De tekst beschrijft de zanger die het gevoel heeft dat hij "ondergaat" en dat hij "niet zeker weet waar hij heen moet".
Koor:
Het refrein geeft een gevoel van hoop en verlossing. In de tekst staat dat de zanger "wacht op het einde", maar dat hij ook "probeert er levend uit te komen". Dit suggereert dat hij nog steeds voor zijn leven vecht, ook al heeft hij het gevoel dat hij aan het verliezen is.
Vers 2:
Het tweede couplet gaat dieper in op de thema's van het eerste couplet. De tekst beschrijft dat de zanger het gevoel heeft dat hij "verdrinkt" en dat hij "gek aan het worden is". Hij drukt ook zijn frustratie over de wereld uit door te zeggen dat hij "een hekel heeft aan de manier waarop de dingen zijn".
Koor:
Het refrein wordt opnieuw herhaald, wat een nieuw gevoel van hoop en verlossing oplevert. Dit keer stelt de zanger dat hij "niet opgeeft" en dat hij "er levend uit zal komen".
Brug:
De brug zorgt voor een keerpunt in het lied. De tekst beschrijft dat de zanger een moment van helderheid heeft. Hij realiseert zich dat hij niet alleen is en dat er mensen zijn die om hem geven. Dit geeft hem de kracht om te blijven vechten.
Koor:
Het refrein wordt voor de laatste keer herhaald, wat een krachtig gevoel van hoop en verlossing oplevert. De zanger stelt dat hij "er levend uit zal komen" en dat hij "niet van plan is op te geven".
Over het geheel genomen heeft het nummer een sterke dynamische structuur die uitbouwt naar een krachtige climax. De verzen zorgen voor een gevoel van wanhoop en isolatie, terwijl het refrein hoop en verlossing biedt. De brug zorgt voor een keerpunt in het lied en geeft de zanger de kracht om te blijven vechten. Het nummer eindigt met een krachtig en opbeurend refrein dat de luisteraar hoopvol en geïnspireerd achterlaat.