Neem die lippen weg
Neem, neem die lippen weg,
Dat zo lieflijk werd afgezworen,
En die ogen, het aanbreken van de dag,
Lichten die de ochtend misleiden;
Maar mijn kussen brengen opnieuw,
Zegels van liefde, ook al zijn ze tevergeefs verzegeld.
Verstop je, o verberg die heuvels van sneeuw,
die uw bevroren boezem draagt,
Op wiens toppen het roze groeit,
Nog steeds terwijl de hoogste van de hemel de morgen begroet.
Maar mijn kussen brengen opnieuw,
Zegels van liefde, ook al zijn ze tevergeefs verzegeld.