In een wereld die zo groot lijkt,
Waar je je klein en verloren voelt in de massa,
Er is een vonk die kan ontbranden,
Eén enkele ziel met brandend licht.
(Pre-refrein)
Denk niet dat je maar een klein stipje bent,
Jij hebt de macht om je trektocht te veranderen.
Bij elke daad, zowel klein als groots,
Jij kunt onze enorme uitgestrektheid transformeren.
(Koor)
Eén persoon kan de wereld veranderen,
Hun geest straalt, zo brutaal en geslingerd.
Met compassie, liefde en een hart dat waar is,
Ze weven een tapijt, helder en nieuw.
(Vers 2)
Een vrijwilliger in een gemeenschap,
Eindeloos hoop koesteren,
Een leraar die jonge geesten vormgeeft,
Inspirerende schittering die zich in de tijd ontvouwt.
(Pre-refrein)
Een wetenschapper op de rand van een pauze,
Een leider die harten uit hun meer doet ontwaken.
Elke rimpel creëren ze cascades,
Anderen raken in diepgaande cascades.
(Koor)
Eén persoon kan de wereld veranderen,
Hun geest straalt, zo brutaal en geslingerd.
Met compassie, liefde en een hart dat waar is,
Ze weven een tapijt, helder en nieuw.
(Brug)
Ze komen op voor wat juist is,
Voor eerlijkheid, rechtvaardigheid, helder brandend.
Ze komen op voor degenen die dat niet kunnen,
Hun stemmen worden versterkt in een gezang.
(Koor)
Eén persoon kan de wereld veranderen,
Hun geest straalt, zo brutaal en geslingerd.
Met compassie, liefde en een hart dat waar is,
Ze weven een tapijt, helder en nieuw.
(Outro)
Wees die verandering, wees het licht,
Start de sintel die ontsteekt.
Want in jouw ziel ligt de kracht,
Om een wereld vorm te geven die vriendelijk en puur is.