Op een winternacht in de sneeuw en de regen,
Ik zag je daar staan met je haar in een vlecht.
Ik wist in een oogwenk dat jij de ware was,
Degene waar ik al mijn dagen op had gewacht.
(Pre-refrein)
Nu heb ik de wereld afgezocht naar een liefde als deze,
Maar ik heb nog nooit iemand gevonden zoals jij.
Je glimlach is als de zon, je ogen zijn als de sterren,
En ik weet dat ik voor altijd en eeuwig van je zal houden.
(Koor)
Dit is de langste nacht, maar dat maakt mij niet uit.
Zolang ik bij jou ben, ben ik thuis.
Ik zal nooit afscheid nemen, ik zal je nooit laten gaan.
Ik zal voor altijd en eeuwig van je houden.
(Vers 2)
Ik heb de wind van verandering gevoeld en ik heb de stormen gezien,
Maar ondanks dit alles ben je er altijd voor me geweest.
Je stond aan mijn zijde en hielp me door de pijn heen,
En ik weet dat ik altijd op je kan rekenen.
(Pre-refrein)
Nu heb ik de wereld afgezocht naar een liefde als deze,
Maar ik heb nog nooit iemand gevonden zoals jij.
Je glimlach is als de zon, je ogen zijn als de sterren,
En ik weet dat ik voor altijd en eeuwig van je zal houden.
(Koor)
Dit is de langste nacht, maar dat maakt mij niet uit.
Zolang ik bij jou ben, ben ik thuis.
Ik zal nooit afscheid nemen, ik zal je nooit laten gaan.
Ik zal voor altijd en eeuwig van je houden.
(Brug)
Ik zou duizend jaar met jou kunnen doorbrengen,
En het zou nog steeds nooit genoeg zijn.
Jouw liefde is als een rivier, diep en breed stromend,
En ik ben zo dankbaar dat ik je gevonden heb.
(Koor)
Dit is de langste nacht, maar dat maakt mij niet uit.
Zolang ik bij jou ben, ben ik thuis.
Ik zal nooit afscheid nemen, ik zal je nooit laten gaan.
Ik zal voor altijd en eeuwig van je houden.
(Outro)
Ik zal voor altijd en eeuwig van je houden.