In een wereld van suikerpruimen en zuurstokken,
Waar sneeuwvlokken dansen in het zoete domein van de winter,
Er is een ondeugend complot dat onder de sneeuw broeit,
Een geluid dat zo explosief is, laten we bommen laten rinkelen, yo!
(Koor)
Jingle-bommen, ho-ho-ho!
Ze vliegen hoog, een incognito vakantie,
Zie ze zweven door de sprankelende winterlucht,
Jingle-bommen, pas op!
(Vers 2)
Met klokken die rinkelen als gelach in de nacht,
Ze barsten van vreugde, een vrolijk, levendig gezicht,
Elke jinglebom draagt een vleugje verrassing met zich mee,
Terwijl harten 'boem!' onder deze fonkelende luchten.
(Koor)
Jingle-bommen, ho-ho-ho!
Ze vliegen hoog, een incognito vakantie,
Zie ze zweven door de sprankelende winterlucht,
Jingle-bommen, pas op!
(Brug)
O, wees niet bang; ze bedoelen geen kwaad, zie je,
Gewoon feestvreugde verspreiden, zo duidelijk als het maar kan zijn,
Dus laat de jingle-bommen de vakantiesensatie doen ontbranden,
En lach mee terwijl we met een wil op hun ritme dansen!
(Koor)
Jingle-bommen, ho-ho-ho!
Ze vliegen hoog, een incognito vakantie,
Zie ze zweven door de sprankelende winterlucht,
Jingle-bommen, pas op!
(Outro)
Laat in dit seizoen van vreugde de jingle-bommen weerklinken,
Een glimlach en gelach brengend in de hele wereld,
Moge hun vrolijke melodie wijd en zijd weerklinken,
Het verspreiden van vakantiemagie diep van binnen.