In een wereld van schaduwen, waar duisternis regeert,
Een ziel ligt gebroken, verbrijzeld in ketenen,
Gefluister van wanhoop, ze vullen de nacht,
Terwijl de zwartste dag het licht overspoelt.
(Koor)
Zwartste dag, alles consumerend,
Een zware last, rechtopstaand,
Door tranen en pijn blijf ik doorgaan,
Op zoek naar een sprankje, in deze eindeloze storm.
(Vers 2)
Demonen achtervolgen mijn dromen, ze stelen mijn vrede,
In dit labyrint ben ik mijn bevrijding kwijtgeraakt,
Mijn hart huilt om hoop te vinden,
Maar de duisternis slokt elk spoor van licht op.
(Koor)
Zwartste dag, alles consumerend,
Een zware last, rechtopstaand,
Door tranen en pijn blijf ik doorgaan,
Op zoek naar een sprankje, in deze eindeloze storm.
(Brug)
Ik heb tot nu toe rondgedwaald, via onbekende paden,
Toch ga ik door, mijn geest is gegroeid,
In de diepten van wanhoop vind ik mijn kracht,
Een sprankje hoop verlicht eindelijk de weg.
(Vers 3)
Door verbrijzelde dromen sta ik weer op,
Met littekens die genezen en verhalen om in stand te houden,
De zwartste dag kan proberen mij tegen te houden,
Maar ik zal blijven vechten, totdat de zon gevonden wordt.
(Koor)
Zwartste dag, alles consumerend,
Een zware last, rechtopstaand,
Door tranen en pijn blijf ik doorgaan,
Op zoek naar een sprankje, in deze eindeloze storm.
(Outro)
In deze strijd van duisternis zal ik niet toegeven,
Ik zal het licht omarmen en mijn geest laten winnen,
De zwartste dag kan nog een tijdje blijven hangen,
Maar ik zal erboven uitstijgen, met een triomfantelijke glimlach.