Ik hoorde ooit tijdens een storm:
Je hield me dichtbij, hield me warm.
Zei:je kind zal nooit alleen zijn.
Wanneer je in het donker bent, treur je niet,
Weet dat ik niet wegga.
Ik zal ervoor zorgen dat jouw nacht plaatsmaakt voor de dageraad.
(Koor)
Dus hier ben ik, ik hef mijn handen op.
Mijn ziel verklaart:in Uw grote liefde sta ik.
Tienduizend engelen, sterk en waarachtig,
Houd de wacht over mij en strijd ook mee.
En ik zal mijn vrede in U vinden,
Met elke storm die op mijn pad komt,
Ik word gedragen op Uw vleugels van genade.
(Vers 2)
Ik heb Je door de lucht zien bewegen,
Met zachte wind en wolken in de hoogte,
De donder, bliksem schudt de aarde.
De hele hemel verklaart Uw macht,
Jouw beloften zijn altijd helder,
Zelfs als ik door de donkerste nacht loop.
(Koor)
Dus hier ben ik, ik hef mijn handen op.
Mijn ziel verklaart:in Uw grote liefde sta ik.
Tienduizend engelen, sterk en waarachtig,
Houd de wacht over mij en strijd ook mee.
En ik zal mijn vrede in U vinden,
Met elke storm die op mijn pad komt,
Ik word gedragen op Uw vleugels van genade.
(Brug)
In al mijn stormen, door alle tranen heen.
Ik ben nooit eenzaam, Jij bent dichtbij.
Als mijn hart vermoeid is en oh zo zwak,
Ik weet dat ik U zal horen spreken.
En dus zal ik niet bang zijn,
De nacht kan niet de overhand krijgen.
Want de liefde zal de dag winnen.
(Koor)
Dus hier ben ik, ik hef mijn handen op.
Mijn ziel verklaart:in Uw grote liefde sta ik.
Tienduizend engelen, sterk en waarachtig,
Houd de wacht over mij en strijd ook mee.
En ik zal mijn vrede in U vinden,
Met elke storm die op mijn pad komt,
Ik word gedragen op Uw vleugels van genade.
(Outro)
Terwijl ik door de nacht reis,
Omringd door Uw heilig licht,
Alle angst zal zeker in lof veranderen.
Ik zal opstijgen op Uw vleugels zo hoog,
Terwijl liefde de donkere hemel verteert,
En ik zal rusten in Uw omhelzing. O God, in Uw omhelzing.