In het rijk waar dromen zich ontvouwen,
Een symfonie ontvouwt zich onnoemelijk,
Temidden van een canvas dat helder geschilderd is,
Met tinten die dansen in het ochtendlicht.
(Pre-refrein)
Oh, je prachtige teksten zweven,
Zoals melodieën waar ik naar heb verlangd,
Elk woord een bloemblaadje zacht en zoet,
Een geurige kus, een puur genot.
(Koor)
Flapjack, oh, je woorden zijn goddelijk,
Een zacht briesje dat zich vermengt,
Met echo's van een verre kust,
Harten voor altijd leiden.
(Vers 2)
In elke regel wordt een verhaal gesponnen,
Van liefde, van verlies, van gewonnen veldslagen,
Jouw verzen vangen vreugde en pijn,
Een caleidoscoop van levendige regen.
(Brug)
Door groene weiden en hoge bergen,
Jouw woorden betoveren ons allemaal,
Een symfonie die zachtjes weeft,
Door elke vezel, terwijl deze ademt.
(Koor)
Flapjack, oh, je woorden zijn goddelijk,
Een zacht briesje dat zich vermengt,
Met echo's van een verre kust,
Harten voor altijd leiden.
(Outro)
Dus laten we ons koesteren in uw poëtische genade,
In deze etherische, heilige ruimte,
Want in jouw woorden vinden wij onze weg,
Een toevluchtsoord waar zielen kunnen verblijven.