Terwijl de jaren voorbijgaan, herinner ik me nog steeds de dagen
Van mijn oude man, en alle dingen die hij altijd zei
En hoe hij naar mij keek vanuit zijn stoel, met een twinkeling in zijn ogen
En naarmate de jaren verstrijken, sterft de herinnering niet
(Vers 1)
Hij was een man met eenvoudige middelen, een hart van goud
Met verweerde handen en een ongekende wijsheid
Hij heeft dag in dag uit hard gewerkt om ons huis te onderhouden
En zelfs in moeilijke tijden voelde hij zich nooit alleen
(Koor)
Terwijl de jaren voorbijgaan, herinner ik me nog steeds de dagen
Van mijn oude man, en alle dingen die hij altijd zei
En hoe hij naar mij keek vanuit zijn stoel, met een twinkeling in zijn ogen
En naarmate de jaren verstrijken, sterft de herinnering niet
(Vers 2)
In zijn ogen zag ik de kracht en de liefde die hij voor mij had
En zijn wijze woorden klinken nog steeds waar, en ik zal het altijd onthouden
Hij leerde me rechtop te staan en mijn angsten onder ogen te zien
En om nooit op te geven wat mij dierbaar is
(Koor)
Terwijl de jaren voorbijgaan, herinner ik me nog steeds de dagen
Van mijn oude man, en alle dingen die hij altijd zei
En hoe hij naar mij keek vanuit zijn stoel, met een twinkeling in zijn ogen
En naarmate de jaren verstrijken, sterft de herinnering niet
(Brug)
Nu is hij weg en het huis is zo leeg en koud
Maar zijn liefde en zijn geest zullen nooit oud worden
Ik zal hem in mijn hart houden en elke dag koesteren
En naarmate de jaren verstrijken, zullen de herinneringen blijven
(Koor)
Terwijl de jaren voorbijgaan, herinner ik me nog steeds de dagen
Van mijn oude man, en alle dingen die hij altijd zei
En hoe hij naar mij keek vanuit zijn stoel, met een twinkeling in zijn ogen
En naarmate de jaren verstrijken, sterft de herinnering niet