In een wereld van chaos en strijd,
Ik vind troost in de nacht,
Terwijl ik mijn ogen sluit, drijf ik weg,
Naar een plek waar vrede heerst.
[Pre-refrein]
Sluit je ogen, laat alles los,
Op dit moment sta ik rechtop,
Geen zorgen, geen angst, geen pijn,
Gewoon het zoete refrein van sereniteit.
[Koor]
Sluit je ogen, laat los,
Omarm de stroom,
In deze rustige staat,
Ik vind mijn lot.
[Verse 2]
Onder een maanverlichte hemel,
Sterren fonkelen als diamanten in de hoogte,
Ik geef me over aan de stilte,
Terwijl de stilte haar zachte aanraking weeft.
[Pre-refrein]
Sluit je ogen, laat alles los,
Op dit moment sta ik rechtop,
Geen zorgen, geen angst, geen pijn,
Gewoon het zoete refrein van sereniteit.
[Koor]
Sluit je ogen, laat los,
Omarm de stroom,
In deze rustige staat,
Ik vind mijn lot.
[Brug]
De tijd staat stil, alsof hij is opgeschort,
In deze heilige ruimte word ik verdedigd,
Van de eisen van de wereld trek ik mij terug,
Om troost te vinden in deze rustige beat.
[Pre-refrein]
Sluit je ogen, laat alles los,
Op dit moment sta ik rechtop,
Geen zorgen, geen angst, geen pijn,
Gewoon het zoete refrein van sereniteit.
[Koor]
Sluit je ogen, laat los,
Omarm de stroom,
In deze rustige staat,
Ik vind mijn lot.
[Outro]
Terwijl de dageraad aanbreekt, sta ik langzaam op,
De vredige gedaante met mij meedragend,
Omarm de dag met een vernieuwd hart,
Want in de nacht werd mijn geest gekalmeerd.