In de diepten van de zee, waar dromen op de vlucht slaan,
Beleeft een zeemeermin zo betoverend, een visioen van verrukking.
Haar naam is Minnie Zeemeermin, met een hart zo puur,
Zwemmend met gratie, haar lach zoet en puur.
(Koor)
Minnie Zeemeermin, Minnie Zeemeermin,
Koningin van het oceaanblauw.
Met haar gouden lokken en haar glinsterende staart,
Ze steelt onze harten en zet onze geest op scherp.
(Vers 2)
Door de koraalriffen en schelpen helder,
Minnie danst met het zachte licht van het maanlicht.
Haar stem als een melodie, zacht en sereen,
Betovert alle wezens, zowel dichtbij als onzichtbaar.
(Koor)
Minnie Zeemeermin, Minnie Zeemeermin,
Koningin van het oceaanblauw.
Met haar gouden lokken en haar glinsterende staart,
Ze steelt onze harten en zet onze geest op scherp.
(Brug)
Onder de golven, waar geheimen schuilen,
Minnie deelt schatten met wezens aan haar zijde.
Haar vriendschap kent geen grenzen, voor altijd waar,
Een symbool van hoop, maar ook van de liefde van een beschermer.
(Koor)
Minnie Zeemeermin, Minnie Zeemeermin,
Koningin van het oceaanblauw.
Met haar gouden lokken en haar glinsterende staart,
Ze steelt onze harten en zet onze geest op scherp.
(Outro)
Oh, Minnie Zeemeermin, we zijn betoverd door jouw genade,
Jouw magische rijk, een wonderbaarlijke onderwaterplek.
In onze dromen zwemmen we naast je, mijn liefste,
Omarm de schoonheid die je zo dichtbij brengt.