In de stilte van het ochtendlicht,
Ik sta op om de aanbrekende dag te ontmoeten,
Met een hart vol hoop,
Voor het pad dat voor mij ligt.
(Koor)
O, het beste moet nog komen,
Ik kan het in mijn ziel voelen,
Met elke stap reis ik verder,
Mijn dromen ontvouwen zich.
(Vers 2)
Door diepe valleien en hoge bergen,
Ik zal niet wankelen in mijn pas,
Voor de schoonheid die wacht,
Is de beproevingen waard die ik zou kunnen tegenkomen.
(Koor)
O, het beste moet nog komen,
Ik kan het in mijn ziel voelen,
Met elke stap reis ik verder,
Mijn dromen ontvouwen zich.
(Brug)
Bij elke zonsopgang en elke zonsondergang,
Ik omarm de kunst van de reis.
Leren, groeien, altijd zoeken,
De wonderen van dit menselijk hart.
(Koor)
O, het beste moet nog komen,
Ik kan het in mijn ziel voelen,
Met elke stap reis ik verder,
Mijn dromen ontvouwen zich.
(Vers 3)
Door de stormen van het leven zal ik mijn kracht vinden,
In de liefde van degenen die erom geven,
Voor hun geloof in mij,
Is de wind onder mijn vleugels.
(Koor)
O, het beste moet nog komen,
Ik kan het in mijn ziel voelen,
Met elke stap reis ik verder,
Mijn dromen ontvouwen zich.
(Outro)
Op deze levensreis,
Ik zal elke dag die voorbijgaat koesteren,
Want het beste moet nog komen,
En ik ben vastbesloten om de weg te effenen.