*(Vers 1)*
Leven in een land waar de rivieren niet stromen
En de bergen groeien niet
En de wolken zijn altijd grijs
*(Koor)*
Nu weet ik dat we onderweg zijn (de verkeerde kant op)
Ja, we zijn onderweg (verkeerde kant op)
*(Vers 2)*
Nu kijk ik naar een foto van een prachtige plek
Waar de zon altijd schijnt
En het water is blauw en helder
*(Koor)*
Nu weet ik dat we onderweg zijn (de verkeerde kant op)
Ja, we zijn onderweg (verkeerde kant op)
*(Brug)*
Ik heb het gevoel dat we naar beneden gaan
En ik kan het nu niet tegenhouden
Ik heb het gevoel dat we rondgaan
En ik weet niet hoe
*(Koor)*
Nu weet ik dat we onderweg zijn (de verkeerde kant op)
Ja, we zijn onderweg (verkeerde kant op)