Het lied begint met de hoofdpersoon die zijn ongeloof en verdriet uitdrukt over het verlies van zijn geliefde, terwijl hij zingt:
> "Ik kon niet geloven dat je weg was
Ik kon niet zien hoe het kon worden gedaan"
Vervolgens beschrijft hij hoe hij zich aangetrokken voelt tot de zee en zich verbonden voelt met de uitgestrektheid en kracht ervan:
> "Ik ging naar de zee
Ik liet de golven over mij heen spoelen
Ik voelde een aanwezigheid in de diepte
Ik voelde een genezing in mijn slaap"
De zee wordt een bron van zowel troost als uitdaging voor de hoofdpersoon. Hij vindt momenten van vrede en troost in het water, maar wordt ook geconfronteerd met de harde realiteit van verlies en de strijd om verder te komen:
> "Ik heb een huis in de diepte gevonden
Ik heb een vrede gevonden die ik kon bewaren
Maar ik vond daar ook een duisternis
Een duisternis die ik niet kon verdragen'
Naarmate het lied vordert, begint de hoofdpersoon acceptatie en genezing te vinden door zijn verbinding met de zee. Hij realiseert zich dat het water de kracht heeft om hem te transformeren en te vernieuwen, net zoals het de kracht heeft om te eroderen en te vernietigen:
> "Dus ik blijf in de zee
En laat de golven over mij heen spoelen
En ik zal een huis in de diepte vinden
Een huis waar ik eindelijk kan slapen"
Het lied eindigt met de hoofdpersoon die een gevoel van hoop en veerkracht uitdrukt, nadat hij kracht en genezing heeft gevonden ondanks verlies en tegenslag.
Over het geheel genomen is ‘Seawhatwesea’ een krachtig en suggestief nummer dat de menselijke ervaring van liefde, verlies en de transformerende kracht van de natuur onderzoekt. De ingewikkelde muzikale arrangementen en poëtische teksten van het nummer creëren een rijke en meeslepende luisterervaring die de complexe emoties en reis van de hoofdpersoon vastlegt.