Verslaving en zelfhaat:
De openingsregels van het nummer roepen onmiddellijk een gevoel van wanhoop en hopeloosheid op:"Nul, ik zei dat ik niets te geven heb." Dit zet de toon voor de rest van het nummer, waarin de hoofdpersoon zijn onvermogen bekent om zijn verslavingen onder controle te houden en zijn zelfhaat:'Ik ben maar een nul met een pistool, ik ben maar een nul met een pistool, ik' Ik ben gewoon een nul met een pistool."
Verlangen naar verlossing:
Te midden van de duisternis en zelfhaat is er een onderliggend verlangen naar verlossing en ontsnapping:"Ik moet afscheid nemen, ik moet afscheid nemen, ik moet me afwenden." Dit verlangen naar verandering wordt nog eens benadrukt in het refrein:"Don't come down, don't come down, don't come down on me." De herhaling van 'kom niet naar beneden' suggereert een pleidooi om de verleiding te weerstaan, om weg te blijven van de destructieve krachten die de hoofdpersoon naar beneden trekken.
De brug:een sprankje hoop:
De brug van het lied biedt een sprankje hoop, aangezien de hoofdpersoon een toekomst voor ogen heeft waarin ze vrij zijn van hun strijd:"Ik zou met mijn fiets de wereld rond kunnen rijden, alles kunnen doen, ik zou alles kunnen doen." Dit korte moment van optimisme vormt een contrast met de wanhoop van de rest van het lied, wat suggereert dat er misschien nog steeds een kans is op verlossing en een beter leven.
Over het geheel genomen is "Zero" van Yeah Yeah Yeahs een krachtig en emotioneel nummer dat de diepten van verslaving, zelfhaat en het verlangen naar verlossing onderzoekt. Het energieke optreden van de band en de rauwe en gepassioneerde zang van Karen O dragen bij aan de impact van het nummer, waardoor het een opvallend nummer is in hun discografie.