Zeuren, zeuren, zeuren, zeuren
Zeuren, zeuren, zeuren, zeuren
Zeuren, zeuren, zeuren, zeuren
Zeuren, zeuren, zeuren, zeuren
(Vers 1)
Ik stop met wijn tot de zon opkomt
Ze zien er heet uit, ze kleden me, ik weet niet wat ze zijn
Het is een hype, maar ik weet van geen enkele
Ik en ik, meiden, houden ervan op onze eigen manier
We willen gewoon genieten en wat plezier hebben vandaag
Wij geven niets om anders, wij geven niets om anders
(Koor)
Zeuren, zeuren, zeuren, zeuren
Zeuren, zeuren, zeuren, zeuren
Zeuren, zeuren, zeuren, zeuren
Zeuren, zeuren, zeuren, zeuren
(Brug)
We houden ervan als de DJ het nummer luid, luid, luid speelt
We hebben hier geen korte broek, we hebben nu wat ruimte nodig, nu, nu
De sfeer is leuk, de meisjes zijn heet, kijk er gewoon uit, uit, uit
We vertrekken niet totdat de zon opkomt, uit, uit
(Koor)
Zeuren, zeuren, zeuren, zeuren
Zeuren, zeuren, zeuren, zeuren
Zeuren, zeuren, zeuren, zeuren
Zeuren, zeuren, zeuren, zeuren