Kijkend naar de lucht,
Ik zie de regen naar beneden komen.
Het wordt een grote regenwolk,
En het zal de stad onder water zetten.
(Koor)
Het wordt een grote regenwolk,
Het stort op ons allemaal neer.
Ik ga onze problemen wegspoelen,
En laat ons rechtop staan.
(Vers 2)
De donder rommelt,
De bliksem flitst.
De wind huilt,
En de regen zwiept.
(Koor)
Het zal een grote regenwolk zijn,
Het stort op ons allemaal neer.
Ik ga onze problemen wegspoelen,
En laat ons rechtop staan.
(Brug)
Maar na de storm,
De zon zal tevoorschijn komen.
En we zullen een nieuwe start hebben,
En een nieuwe dag om te juichen.
(Koor)
Het wordt een grote regenwolk,
Het stort op ons allemaal neer.
Ik ga onze problemen wegspoelen,
En laat ons rechtop staan.
(Outro)
Dus laat het regenen,
Laat het gieten.
Wij zullen de storm doorstaan,
En kom er sterker uit dan voorheen.