In de zachte omhelzing van de schemering,
Waar gefluister van geheimen hun plaats vindt,
Een melodie ontrafelt, zacht en waar,
Een verhaal over een hart dat je gevangen houdt.
(Pre-refrein)
Mijn sterkste zwakte, een onuitgesproken gelofte,
Een kwetsbaarheid die ik niet kan ontkennen,
Het kompas van mijn ziel vindt het altijd,
Het pad dat naar jou leidt, waar de rede zich terugtrekt.
(Koor)
Jij bent mijn sterkste zwakte,
De achilleshiel van de volledigheid van mijn vastberadenheid.
Met elke stap kom ik nog dichterbij,
Naar de essentie waardoor ik mij levend en vervuld voel.
(Vers 2)
In de enorme uitgestrektheid van dromen die dansen,
Temidden van de echo's van de opmars van een liefde,
Jouw aanwezigheid blijft hangen, een leidende ster,
Een baken dat mijn pad al van verre verlicht.
(Brug)
Ik probeer weerstand te bieden, verdedigingsmuren te bouwen,
Maar jouw gefluister dringt door, het verbrijzelt mijn pretentie.
In jouw blik vind ik een betoverende gratie,
Een magnetische aantrekkingskracht die ik niet kan uitwissen.
(Koor)
Jij bent mijn sterkste zwakte,
De achilleshiel van de volledigheid van mijn vastberadenheid.
Met elke stap kom ik nog dichterbij,
Naar de essentie waardoor ik mij levend en vervuld voel.
(Outro)
Dus ik geef me met gratie over aan deze zwakheid,
Het omarmen van de kwetsbaarheid van deze achtervolging.
Want in de diepten van deze ongetemde verbinding,
Ik vind mijn waarheid, mijn lot teruggewonnen.