In een typisch vierstemmig mannenkoor zijn de tenorstemmen verdeeld in twee secties, de eerste tenor en de tweede tenor. De eerste tenorsectie zingt de hoogste noten, terwijl de tweede tenorsectie de lagere noten zingt. Het eerste tenorbereik strekt zich doorgaans uit van C4 tot A5, terwijl het tweede tenorbereik zich doorgaans uitstrekt van A3 tot F5.