De strijd is hevig en bloedig, en veel ridders aan beide kanten worden gedood. Karel de Grote raakt zelf gewond, maar hij blijft vechten. Uiteindelijk zegevieren de Franken en worden de Saracenen verslagen.
De climax van het gedicht is veelbetekenend omdat het de triomf van het goede over het kwade vertegenwoordigt. De Franken, die strijden voor gerechtigheid en rechtvaardigheid, zegevieren over de Saracenen, die strijden voor hebzucht en macht. De strijd dient ook als metafoor voor de strijd tussen het christendom en de islam, die gaande was op het moment dat het gedicht werd geschreven.