1. Tonic:
- Tonica verwijst naar de hoofd- of centrale toon van een toonsoort. Het is de ‘thuisbasis’ van een sleutel en geeft een gevoel van stabiliteit en oplossing.
- In majeur is de tonica de eerste graad van de toonladder (ook wel grondtoon of grondtoon genoemd). In de toonsoort C majeur is de tonica bijvoorbeeld de noot C.
- In mineur is de tonica ook de eerste graad van de toonladder, maar wordt gewijzigd door een kleine tertsinterval. In de toonsoort A mineur is de tonica bijvoorbeeld de noot A, maar deze heeft een kleine tertsinterval tussen A en C.
2. Doe:
- Doh is de naam die wordt gegeven aan de eerste noot van de majeur toonladder in het notenleersysteem.
- In notenleer wordt aan elke noot van de toonladder een lettergreep toegewezen:do, re, mi, fa, sol, la, ti, do.
- Doh vertegenwoordigt het startpunt van de toonladder en is gelijkwaardig aan de tonica of grondtoon in een bepaalde toonsoort.
- Hoewel de tonica een concept is dat van toepassing is op de algemene toonsoort of het tonale centrum van een muziekstuk, verwijst doh specifiek naar de notenleernaam voor de eerste schaalgraad.
Samenvattend verwijst tonica naar het tooncentrum of de grondtoon van een toonsoort, terwijl doh de notenschriftnaam is voor de eerste noot van een majeur toonladder. Het zijn nauw verwante concepten, maar ze hebben enigszins verschillende betekenissen en functies in de muziektheorie en -praktijk.