1. Theoretische ontwikkelingen :
- Vooruitgang in de muziektheorie, met name de verkenning van intervallen, consonantie en dissonantie, vormde een basis voor het harmonieus combineren van meerdere melodische lijnen.
2. Organum en vroeg contrapunt :
- De beoefening van organum, waarbij een aanhoudende noot (de tenor) op een vast interval wordt begeleid door een parallelle stem, legde de basis voor polyfone muziek.
- Aanvankelijke experimenten met eenvoudig parallel organum leidden tot complexere contrapunttechnieken, waarbij meerdere stemmen onafhankelijk maar toch harmonieus bewegen.
3. Liturgische muziek :
- Polyfone muziek bloeide aanvankelijk binnen de context van religieuze ceremonies, vooral in kloosters en kathedralen.
- De wens om heilige muziek te versterken en meer expressieve en opbeurende soundscapes te creëren, dreef de ontwikkeling van polyfone composities.
4. Invloed van gezangen en volksmuziek :
- Het gregoriaans, gekenmerkt door zijn monofone melodieën, vormde de basis voor het toevoegen van aanvullende melodische lijnen.
- Elementen uit de seculiere volksmuziek, zoals dansritmes en populaire melodieën, hebben ook de evolutie van polyfone muziek beïnvloed.
5. Komst van notatie :
- De ontwikkeling van muzieknotatie, zoals neumatische notatie en notenbalknotatie, stelde componisten en uitvoerders in staat polyfone muziek nauwkeurig op te nemen en te reproduceren.
6. Invloed van instrumenten :
- De proliferatie van instrumenten zoals het orgel en strijkinstrumenten, die aanhoudende en gelijktijdige klanken mogelijk maakten, droeg bij aan de groei van polyfone muziek.
De samenkomst van deze factoren, samen met de creativiteit en het experimenteren van middeleeuwse muzikanten, leidde tot de geboorte van polyfone muziek, die vervolgens een revolutie teweegbracht in het landschap van de westerse muziek en de weg vrijmaakte voor complexe muzikale texturen en compositietechnieken.