De lichtschakelaar is verantwoordelijk voor het regelen van de stroomtoevoer naar de meterverlichting. Als de lichtschakelaar defect is, kan deze geen stroom leveren aan de meterverlichting, waardoor deze uit blijven. Om de lichtschakelaar te testen, kunt u de koplampschakelaar in- en uitschakelen. Als de koplampen wel aangaan maar de meterlampjes niet, is de lichtschakelaar mogelijk defect.
2. Doorgebrande zekering
Een doorgebrande zekering kan er ook voor zorgen dat de meterlampjes niet meer werken. Controleer het zekeringenpaneel en zoek de zekering die verantwoordelijk is voor de meterlampjes. Als de zekering is doorgebrand, vervang deze dan door een nieuwe zekering met hetzelfde ampèrage.
3. Slechte aardedraad
Een slechte aardedraad kan ervoor zorgen dat de meterlampjes niet goed werken. De aardedraad zorgt ervoor dat de elektrische stroom terug kan stromen naar de accu. Als de aardedraad los zit of is losgekoppeld, kan de elektrische stroom niet goed stromen, waardoor de meterlampjes niet werken. Om de aardedraad te testen, kunt u een multimeter gebruiken om te controleren op continuïteit tussen de aardedraad en de minpool van de accu. Als er geen continuïteit is, is de aarddraad defect en moet deze worden vervangen.
4. Defect metercluster
Als geen van de bovenstaande oplossingen werkt, is het metercluster zelf mogelijk defect. Het metercluster is het geheel waarin de meterlampjes en andere meters zijn ondergebracht. Als het metercluster defect is, moet het worden vervangen.