1. Leer de melodie:
- Luister naar het liedje en maak jezelf vertrouwd met de melodie.
- Identificeer de hoogste en laagste noten in de melodie van het nummer.
2. Bepaal de startnoot:
- De startnoot is meestal de tonica (do) van de toonsoort van het nummer.
3. Wijs solfège-lettergrepen toe:
- Wijs vanuit de tonica (do) solfège-lettergrepen (re, mi, fa, so, la, ti) toe aan de daaropvolgende noten in de melodie, volgens de stijgende en dalende patronen van de toonladder.
- Als een noot wordt herhaald, behoudt deze dezelfde lettergreep van de solfège.
- Voor noten buiten de basislettergrepen van de solfège (re to do), kunt u modificatoren zoals "re Sharp" of "ti flat" gebruiken om deze gewijzigde noten aan te geven.
4. Oefen:
- Zing het lied met solfège-lettergrepen terwijl je de melodie volgt.
- Met oefenen zou je in staat moeten zijn om het lied effectief te zingen en te spelen met behulp van solfège-lettergrepen.
5. Solfège toepassen op een instrument:
- Als je het zingen van het lied met solfège-lettergrepen onder de knie hebt, kun je deze kennis toepassen op het spelen van de melodie op een instrument (bijvoorbeeld piano, gitaar, fluit).
- Gebruik de lettergrepen van de solfège als leidraad om de overeenkomstige noten op het instrument te identificeren.
Onthoud dat solfège een hulpmiddel is waarmee u muzikale melodieën gemakkelijker kunt begrijpen en leren. Het kan zijn dat je voor een bepaald nummer verschillende solfège-interpretaties tegenkomt, omdat er variaties in de notatie en muzikale interpretaties kunnen voorkomen.