* Stenentijd (3000-2000 BCE):Muziekinstrumenten zoals fluiten, rammelaars en trommels werden door de vroege mens gebruikt.
* Bronstijd (2000-1200 BCE):Er werden meer geavanceerde muziekinstrumenten ontwikkeld, zoals de lier en de trompet.
* IJzertijd (1200-500 BCE):Muziek werd complexer en gevarieerder, met de ontwikkeling van polyfonie en harmonie.
Oude muziek (500 v.Chr. - 500 n.Chr.)
* Griekse muziek: Griekse muziek was hoogontwikkeld en invloedrijk in de westerse wereld. Het was gebaseerd op een systeem van toonladders en modi, en omvatte vocale en instrumentale muziek.
* Romeinse muziek: De Romeinse muziek werd beïnvloed door Griekse muziek, maar bevatte ook elementen van Etruskische en andere cursieve muziek.
* Byzantijnse muziek: Byzantijnse muziek was de muziek van het Byzantijnse rijk en ontwikkelde zijn eigen unieke zangstijl.
* Indiase muziek: Indiase muziek heeft een lange en rijke geschiedenis, met een breed scala aan genres en stijlen.
* Chinese muziek: Chinese muziek is ook erg oud en divers, met veel verschillende instrumenten en stijlen.
Middeleeuwse muziek (500-1400 CE)
* Eerlijk: Plainchant was de vocale muziek van de christelijke kerk en was gebaseerd op een systeem van acht modi.
* Polyfonie: Polyfonie is het gelijktijdig laten klinken van twee of meer stemmen en begon zich in de 9e eeuw te ontwikkelen.
* Ars nova: Ars nova was een muziekstijl die zich in de 14e eeuw ontwikkelde en werd gekenmerkt door het gebruik van complexe ritmes en harmonieën.
Renaissancemuziek (1400-1600 CE)
* Frottola: De frottola was een soort Italiaans seculier lied dat populair was in de 15e eeuw.
* Madrigal: Het madrigaal was een soort Italiaanse vocale muziek die populair was in de 16e eeuw.
* Chanson: Het chanson was een soort Frans seculier lied dat populair was in de 15e en 16e eeuw.
* Gelogen: Het lied was een soort Duits wereldlijk lied dat populair was in de 16e eeuw.
Barokmuziek (1600-1750 CE)
* Opera: Opera is een dramatisch werk dat muziek, drama en dans combineert. Het ontstond in de 16e eeuw in Italië en werd in de 17e en 18e eeuw populair in heel Europa.
* Oratorium: Een oratorium is een groots opgezet koorwerk dat een religieus verhaal vertelt. Het ontstond in de 17e eeuw in Italië en werd in de 18e eeuw populair in heel Europa.
* Cantate: Een cantate is een korter koorwerk dat een religieus of wereldlijk verhaal vertelt. Het ontstond in de 17e eeuw in Italië en werd in de 18e eeuw populair in heel Europa.
* Instrumentele muziek: In de barokperiode werd instrumentale muziek steeds belangrijker en werd er een breed scala aan instrumenten gebruikt, waaronder de viool, de altviool, de cello, de contrabas, het klavecimbel en het orgel.
Klassieke muziek (1750-1820 CE)
* Symfonie: De symfonie is een grootschalig orkestwerk dat doorgaans uit vier delen bestaat. Het werd ontwikkeld in de 18e eeuw en werd een van de meest populaire vormen van klassieke muziek.
* Concert: Een concerto is een werk voor solist en orkest. Het werd ook ontwikkeld in de 18e eeuw en werd een andere populaire vorm van klassieke muziek.
* Sonate: Een sonate is een werk voor één instrument, of voor een klein ensemble van instrumenten. Het werd ontwikkeld in de 17e eeuw en werd een populaire vorm van klassieke muziek.
Romantische muziek (1820-1900 CE)
* Romantisch nationalisme: Romantisch nationalisme was een stroming in de muziek die het belang van nationale identiteit en cultuur benadrukte. Het leidde tot de ontwikkeling van veel nieuwe nationale muziekstijlen, zoals de Russian Five en de Czech Six.
* Muziek programmeren: Programmamuziek is muziek die een verhaal vertelt of een specifiek beeld of gevoel oproept. Het werd gepopulariseerd door componisten als Hector Berlioz en Franz Liszt.
* Opera: Opera bleef in de Romantiek een populaire muziekvorm en veel grote opera's werden geschreven door componisten als Giuseppe Verdi, Richard Wagner en Giacomo Puccini.
Moderne muziek (1900-heden)
* Impressionisme: Impressionisme is een muziekstijl die wordt gekenmerkt door het gebruik van onconventionele harmonieën, kleuren en texturen. Het werd ontwikkeld door componisten als Claude Debussy en Maurice Ravel.
* Expressionisme: Expressionisme is een muziekstijl die wordt gekenmerkt door de nadruk op emotionele expressie. Het werd ontwikkeld door componisten als Arnold Schönberg en Alban Berg.
* Neoclassicisme: Neoclassicisme is een muziekstijl die gebaseerd is op de muziek uit de Klassieke periode. Het werd ontwikkeld door componisten als Igor Stravinsky en Sergei Prokofjev.
* Minimalisme: Minimalisme is een muziekstijl die wordt gekenmerkt door het gebruik van eenvoudige, repetitieve patronen. Het is ontwikkeld door componisten als Steve Reich en Philip Glass.
* Postmodernisme: Postmodernisme is een muziekstijl die wordt gekenmerkt door het eclectische gebruik van verschillende stijlen en genres. Het werd ontwikkeld door componisten als John Cage en György Ligeti.