De term 'gevonden muziek' werd in de jaren vijftig gepopulariseerd door de componist John Cage. Cage's werk omvatte vaak het gebruik van toevallige operaties en onconventionele geluiden, en hij verwerkte regelmatig gevonden geluiden in zijn composities. Andere componisten en artiesten die gevonden muziek hebben gebruikt, zijn onder meer Pauline Oliveros, William Basinski, Christian Marclay en David Behrman.
Gevonden muziek kan veel verschillende vormen aannemen en kan in verschillende genres worden gebruikt, waaronder experimentele muziek, ambient muziek, elektronische muziek en popmuziek. Het is een creatieve techniek waarmee artiesten het potentieel van bestaande geluidsbronnen op nieuwe en innovatieve manieren kunnen verkennen.