Het resultaat was een unieke mix van muziekstijlen die zich onderscheidde van de muziek die in andere delen van de Verenigde Staten werd geproduceerd. Bergmuziek werd doorgaans gekenmerkt door het gebruik van akoestische instrumenten, zoals de viool, banjo, gitaar en mandoline. De teksten van bergliederen vertelden vaak verhalen over het dagelijks leven, zoals liefde, verlies en ontberingen.
In het begin van de 20e eeuw begon bergmuziek zich buiten de Appalachen te verspreiden en werd populair in de hele Verenigde Staten. Dit was gedeeltelijk te danken aan de opkomst van de platenindustrie, waardoor bergmuzikanten hun muziek met een breder publiek konden delen.
Volksmuziek, bluegrass en countrymuziek hebben allemaal hun wortels in bergmuziek, maar elk van deze genres heeft zijn eigen unieke kenmerken. Volksmuziek wordt doorgaans gekenmerkt door de focus op traditionele melodieën en teksten, terwijl bluegrass bekend staat om zijn snelle tempo en complexe instrumentatie. Countrymuziek wordt vaak gedefinieerd door het gebruik van elektrische instrumenten en de nadruk op sentimentele teksten.
Ondanks hun verschillen delen volksmuziek, bluegrass en countrymuziek allemaal een gemeenschappelijke band in hun wortels in de traditionele muziek van de Appalachen.