- In dynamiek, zoals luide (forte) en zachte (piano) secties
- In klankkleur, zoals het gebruik van verschillende instrumenten of delen van het orkest
- In tempo, zoals snelle (allegro) en langzame (adagio) secties
- In textuur, zoals dikke (homofonische) en dunne (polyfone) delen
- In tonaliteit, zoals majeur- en mineurtoonsoorten