Canonieke muziek kreeg bekendheid tijdens de renaissance- en barokperiode, vooral in de werken van componisten als Johann Sebastian Bach, Palestrina en Thomas Tallis. Bachs ‘Goldbergvariaties’, ‘Die Kunst der Fuge’ en ‘Muzikaal aanbod’ zijn bekende voorbeelden van canonmuziek, die zijn beheersing van de vorm laten zien.
Variaties van canon zijn onder meer:
* Canon op het octaaf: De tweede stem komt een octaaf hoger of lager binnen dan de oorspronkelijke melodie.
* Canon in koor: De tweede en daaropvolgende stemmen komen binnen op dezelfde toonhoogte als de beginmelodie.
* Canon door uitbreiding: De tweede en daaropvolgende stemmen komen in een langzamer tempo of met een langere notenduur binnen dan de oorspronkelijke melodie.
* Canon in verkleining: De tweede en daaropvolgende stemmen komen in een sneller tempo binnen of met een kortere notenduur dan de oorspronkelijke melodie.
Canon-muziek wordt nog steeds gecomponeerd en uitgevoerd, niet alleen in klassieke muziek, maar ook in hedendaagse genres zoals pop- en volksmuziek. Het blijft een belangrijke en invloedrijke techniek die bijdraagt aan de textuur, diepte en samenspel van stemmen of instrumentale partijen binnen een muziekwerk.