Klassieke muziek
De klassieke muziekperiode strekte zich uit van het einde van de 18e eeuw tot het begin van de 19e eeuw en werd gekenmerkt door een focus op structuur, evenwicht en helderheid van vorm. Enkele belangrijke kenmerken van klassieke muziek zijn:
1. Gebruik van Sonata-allegro-vorm: Een muziekvorm die in veel klassieke stukken wordt gebruikt en bestaat uit een expositie, een ontwikkeling en een recapitulatie.
2. Nadruk op melodie: Melodieën in klassieke muziek zijn vaak helder, symmetrisch en gemakkelijk te zingen.
3. Gebruik van contrapunt: De gelijktijdige combinatie van twee of meer onafhankelijke melodieën.
4. Gebruik van orkestinstrumenten: Het klassieke orkest bestaat doorgaans uit strijkers, houtblazers, koperblazers en percussie-instrumenten.
Enkele beroemde componisten van klassieke muziek zijn Wolfgang Amadeus Mozart, Ludwig van Beethoven, Franz Schubert en Joseph Haydn.
Moderne muziek
Moderne muziek verwijst naar de periode van de westerse muziek die eind 19e eeuw begon en tot op de dag van vandaag voortduurt. Het wordt gekenmerkt door een grote verscheidenheid aan stijlen en technieken, waaronder:
1. Verkenning van nieuwe geluiden en texturen: Moderne componisten experimenteerden met nieuwe instrumentale technieken, elektronische muziek en niet-traditionele soundscapes.
2. Afwijzing van traditionele vormen: Veel moderne componisten verlieten klassieke vormen en structuren en kozen in plaats daarvan voor meer vrije en experimentele vormen.
3. Gebruik van atonaliteit en polytonaliteit: Atonaliteit is de afwezigheid van een tooncentrum, terwijl polytonaliteit het gelijktijdig gebruik van meerdere toonsoorten is.
4. Integratie van niet-westerse invloeden: Veel moderne componisten verwerkten elementen uit niet-westerse muziek, zoals Aziatische en Afrikaanse invloeden.
Enkele beroemde componisten van moderne muziek zijn onder meer Claude Debussy, Igor Stravinsky, Arnold Schönberg en John Cage.
Hoewel klassieke en moderne muziek duidelijke verschillen vertonen, delen ze ook enkele overeenkomsten, zoals het gebruik van instrumenten en het verkennen van menselijke emoties. Beide periodes hebben aanzienlijk bijgedragen aan de rijke en diverse geschiedenis van de westerse muziek.