13 december:
- Sint-Luciadag (Luciadagen) wordt gevierd. Meisjes kleden zich vaak in witte gewaden versierd met bosbessenbladeren en kaarsen, en zingen traditionele liederen.
Week voor Kerstmis:
- Uitgebreide schoonmaak ("Lenteschoonmaak") van huizen en decoratie met sparrenhout, rood-wit-groene ornamenten, stervormige lantaarns en elektrische kaarsen.
Adventszondagen (vier zondagen vóór Kerstmis):
- Gezinnen steken speciale adventskaarsen aan en maken adventskalenders klaar (chocolaatjes en kleine cadeautjes kunnen worden verborgen in genummerde papieren zakken).
Derde zondag van de Advent:
- Veel bakkerijen beginnen pepparkakor (peperkoekkoekjes) te verkopen. Families bakken traditioneel peperkoeken als onderdeel van de kerstvoorbereidingen.
24 december (kerstavond):
- Julbord:Families en goede vrienden komen samen voor een uitgebreid dinerbuffet op kerstavond. Traditionele gerechten zijn onder meer julskinka (kerstham), köttbullar (gehaktballetjes), ingelegde vis (drempel), peperkoekkoekjes en saffraanbroodjes (lussekatter).
- Kerstbomen worden versierd en er worden cadeautjes onder gelegd. In de middag komt Jultomten (Sinterklaas) op bezoek en deelt cadeautjes uit.
Kerstdag:
- Gezinnen komen weer samen om het te vieren met eten en te genieten van hun kerstcadeautjes.
Tweede Kerstdag (26 december):
- Mensen zijn ontspannen, gaan op bezoek bij vrienden en/of nemen etensresten mee. Traditioneel kan er wat eten worden geserveerd dat overblijft van het kerstavonddiner (kalla julbordet).
6 januari:
- Tjugondag Knut (Twintigste Dag van Knut) sluit de vakantie af.