Basisprincipes van recorders:
- De recorder heeft 7 gaten:6 aan de voorkant en 1 aan de achterkant voor je duim.
- Houd het instrument vast met uw rechterduim op de rug en uw linkervinger op de gaten.
- Om geluid te produceren, blaast u zachtjes over het mondstuk van de blokfluit, waarbij u de vingergaten bedekt en blootlegt om verschillende noten te creëren.
Nootvingerzetting:
- C (geen gaten bedekt)
- D (bedek het eerste gat)
- E (bedek het tweede gat)
- F (bedek het derde gat)
- G (bedek het vierde gat)
- A (bedek het vijfde gat)
- B (bedek alle zes gaten)
Tips:
1. Begin met het oefenen van basisnoten en eenvoudige liedjes om je techniek en zelfvertrouwen op te bouwen.
2. Experimenteer met verschillende vingercombinaties om nieuwe noten te ontdekken.
3. Let op je ademhaling en streef naar een consistente, gecontroleerde luchtstroom.
4. Oefen regelmatig om uw spel te verbeteren en uw repertoire uit te breiden.
Nummers om te proberen:
- "Hete kruisbroodjes"
- "Twinkle Twinkle Kleine Ster"
- "Maria had een lammetje"
- "Auld Lang Syne"
- "Jinglebells"
Vergeet niet dat je plezier hebt en geniet van het spelen op je blokfluit!