Hoe wordt de toonhoogte op een blokfluit gewijzigd?
De toonhoogte van een blokfluit wordt gewijzigd door de lengte van de luchtkolom in het instrument te variëren. Dit kunt u doen door de toongaten te openen en te sluiten. Dit zijn kleine gaatjes die zich langs de lengte van de blokfluit bevinden. Wanneer een toongat wordt geopend, kan er lucht uit het instrument ontsnappen, waardoor de effectieve lengte van de luchtkolom wordt verkort en de toonhoogte stijgt. Omgekeerd, wanneer een toongat gesloten is, beperkt dit de luchtstroom en verlengt het de effectieve lengte van de luchtkolom, waardoor de toonhoogte lager wordt.
Naast de toongaten kan de toonhoogte van een blokfluit ook veranderd worden door harder of zachter te blazen. Harder blazen verhoogt de druk van de lucht in het instrument, waardoor de luchtkolom sneller trilt en een hogere toon produceert. Omgekeerd verlaagt zachter blazen de druk van de lucht in het instrument, waardoor de luchtkolom langzamer trilt en een lagere toon produceert.
Door verschillende vingerzettingen en blaastechnieken te combineren, kan een blokfluitist een breed scala aan toonhoogtes produceren.