1. Bereid de bandrecorder voor:
- Zorg ervoor dat de bandrecorder uitgeschakeld is en de stekker uit het stopcontact gehaald is.
- Verwijder eventuele cassettes of spoelen uit de bandrecorder.
2. Demagnetisatietape/-spoel plaatsen of bevestigen:
- Plaats de demagnetisatiecassette in het cassettedeck of bevestig de demagnetisatie-reel-tot-reel-tape op de spoelen.
- Zorg ervoor dat de demagnetisatietape of haspel goed is uitgelijnd en in de juiste richting staat (raadpleeg de instructies van de fabrikant).
3. In- en uitschakelen:
- Sluit de bandrecorder aan en zet hem aan.
- Druk op de knop "Afspelen" om de bandrecorder te starten.
- Laat de demagnetisatieband of -spoel geheel en zonder onderbrekingen afspelen.
- Zodra het demagnetisatieproces is voltooid, schakelt u de bandrecorder uit.
- Laat de demagnetisatieband of spoel nog enkele seconden in de recorder zitten om een grondige demagnetisatie te garanderen.
4. De band uitwerpen:
- Haal na enkele seconden de demagnetisatiecassette of spoel uit de recorder.
5. Herhaal indien nodig:
- Herhaal stap 3-4 als u denkt dat verdere demagnetisatie nodig is.
- Raadpleeg de handleiding van de bandrecorder of de instructies die bij de demagnetisatieband/-spoel zijn geleverd voor specifieke aanbevelingen.
Houd er rekening mee dat demagnetiseren over het algemeen alleen wordt aanbevolen als dat nodig is, en niet als routinematige onderhoudsstap. Als u audioproblemen ondervindt die verband houden met magnetisme, kan het gebruik van een demagnetisatiecassette of haspel u helpen deze op te lossen. Overmatige of frequente demagnetisatie kan echter mogelijk meer kwaad dan goed doen, dus gebruik deze techniek verstandig.