Om een dubbele stop uit te voeren, plaatst de muzikant twee vingers op de snaren en buigt ze tegelijkertijd. De toonhoogte van de gespeelde noten is afhankelijk van de positie van de vingers op de snaren. Dubbele stops kunnen in elke combinatie van snaren worden gespeeld, maar sommige combinaties komen vaker voor dan andere. De meest voorkomende dubbele stop op de viool is bijvoorbeeld het octaaf, dat wordt gespeeld door de wijsvinger op de A-snaar en de vierde vinger op de E-snaar te plaatsen.
Dubbel stoppen is een uitdagende techniek om onder de knie te krijgen, maar het kan zeer de moeite waard zijn. Het kan diepte en complexiteit aan een optreden toevoegen en muzikanten in staat stellen unieke en prachtige geluiden te creëren.