In deze gezellige kamer, waar dromen wonen,
Laat mijn zachte lied je leidende tij zijn.
Sluit je ogen en laat de dag los,
Terwijl ik een melodie weef om jouw pad te kalmeren.
Koor:
Slaapliedje, slaapliedje, in slaap vallen,
Laat de zorgen van de wereld diep wegsmelten.
Vind op dit rustige moment troost en rust,
Want je bent veilig en gekoesterd, geliefd bij de besten.
Vers 2:
De sterren buiten glinsteren en sturen hun gloed,
Om je pad te verlichten terwijl je geest begint te stromen.
Door droomlandschappen en avonturen dwaal je zachtjes rond,
Waar de verbeelding je terug naar huis leidt.
Koor:
Slaapliedje, slaapliedje, in slaap vallen,
Laat de zorgen van de wereld diep wegsmelten.
Vind op dit rustige moment troost en rust,
Want je bent veilig en gekoesterd, geliefd bij de besten.
Brug:
Moge dit slaapliedje je in zijn omhelzing wikkelen,
Comfort en rust brengen in tijd en ruimte.
De reis van de slaap begint zich nu te ontvouwen,
Terwijl je lichaam en geest zich voorbereiden om zich te ontvouwen.
Vers 3:
De zachte gloed van de maan werpt schaduwen als leidraad,
Terwijl de gedachten van de dag beginnen te verdwijnen.
Je bent niet de enige in deze sluimerende nacht,
Wij zijn hier om over te waken en houden uw licht vast.
Koor:
Slaapliedje, slaapliedje, in slaap vallen,
Laat de zorgen van de wereld diep wegsmelten.
Vind op dit rustige moment troost en rust,
Want je bent veilig en gekoesterd, geliefd bij de besten.
Uittro:
En dus, mijn liefste, terwijl dit lied zijn vlucht neemt,
Moge je een zoete slaap vinden in het hart van de nacht.
Bedenk dat er van je gehouden wordt, onmetelijk en tijdloos,
Slaap lekker, wetende dat je gekoesterd en subliem bent.