Je middenstem is de brug tussen borststem en hoofdstem, dus het oefenen van beide uitersten helpt. Voor sommigen kan het midden zich op natuurlijke wijze ontwikkelen terwijl ze hun lage en hoge bereik opbouwen.
2. Ontdek je resonantie.
De stem van iedereen heeft verschillende natuurlijke resonanties, die hun geluid kleuren. Luister naar het zoete, verbonden gevoel van je middenresonantie, die niet te laag en niet te hoog is. Experimenteer met deze resonantie.
3. Probeer aflopende liptrillingen.
Liptrillingen helpen de stem te isoleren door de mondbeweging te verminderen en u in staat te stellen zich te concentreren op de trillingen van uw stemplooien. Begin met de kopstem en daal af met een enkele liptriller totdat je stem kraakt of van kwaliteit verandert, en ga langzaam naar beneden, waarbij je de toonhoogte evenaart terwijl je liptrillt. Let op de plaats waar de liptriller niet meer werkt - dit is een mogelijke “breuk” in het middenregister.
4. Probeer de zoemtechniek.
Begin met neuriën of vocaliseren op een ‘ng’, ‘mm’ of ‘brrr’, en verken je hele bereik. Let goed op je middenstemregister om een idee te krijgen van waar het in je volle stem zit.
5. Werk aan falset.
Falsetto is een nuttige vaardigheid om het deel van je bereik bovenaan de middenstem te versterken.
6. Leer stemplaatsing met een zangleraar.
Uw middelste register kan variëren, afhankelijk van uw stemtype. Een zangleraar begeleidt je bij al deze oefeningen en laat je zien hoe je je stem correct kunt plaatsen om met een vloeiende overgang te zingen.