De oorsprong van chanteys gaat terug tot de begindagen van het zeilen, waarbij de eerste geregistreerde vermeldingen dateren uit de 16e eeuw. Ze kwamen vooral veel voor in het zeiltijdperk, toen zeilschepen voor hun werk afhankelijk waren van handarbeid en een gecoördineerde inspanning van de bemanning vereisten. Er bestaan verschillende soorten chanteys, elk afgestemd op een specifieke taak of activiteit, zoals valchanteys voor het hijsen van de zeilen, kaapstanderchanteys voor het slepen aan het ankertouw en schootchanteys voor het trimmen van de zeilen.
Chanteys dienden niet alleen als werkliederen, maar speelden ook een belangrijke rol in het sociale leven van zeelieden. Ze zorgden voor entertainment, hielpen zeilers een gevoel van kameraadschap te ontwikkelen en lieten hen hun emoties en ervaringen op zee uiten. De teksten van chanteys bevatten vaak thema's als verlangen naar huis, de ontberingen van het leven op zee en de uitdagingen waarmee zeilers worden geconfronteerd.
Hoewel het tijdperk van de zeilen voorbij is, zijn de chanteys bewaard gebleven als cultureel erfgoed en worden ze nog steeds gezongen, zowel door zeilers als door liefhebbers van de maritieme geschiedenis. Ze worden gekoesterd als herinnering aan de zeevarende tradities en de vindingrijkheid van de matrozen die de oceanen bevoeren.