(Vers 1)
Als ik om dingen vraag, zou ik niet egoïstisch moeten bidden,
Voor mezelf en niet voor mijn buurman?
Zal mijn Heer boos zijn op mijn geschreeuw,
En zal Hij mijn egoïstische verzoek afwijzen?
(Koor)
Niet mijn wil, maar de Uwe geschiede,
O Heer, ik geef alles aan U over.
Niet mijn wil, maar die van jou alleen,
In elke omstandigheid kies ik voor jou.
(Vers 2)
Als ik om zegeningen voor mijn leven vraag,
Terwijl anderen in nood en strijd verkeren,
Zal mijn hart werkelijk tevreden zijn,
Of krijg ik een schuldgevoel van binnen?
(Koor)
Niet mijn wil, maar de Uwe geschiede,
O Heer, ik geef alles aan U over.
Niet mijn wil, maar die van jou alleen,
Onder alle omstandigheden kies ik voor jou.
(Brug)
Daarom kom ik met open handen naar U toe,
En een hart dat bereid is te begrijpen,
Dat Uw wegen hoger zijn dan de mijne,
En Uw plannen voor mijn leven zijn bekend.
(Koor)
Niet mijn wil, maar de Uwe geschiede,
O Heer, ik geef alles aan U over.
Niet mijn wil, maar die van jou alleen,
Onder alle omstandigheden kies ik voor jou.
(Vers 3)
Uw wil is volmaakt en compleet,
En Uw liefde is grenzeloos en zoet.
Dus ik vertrouw op U, mijn ware Redder,
En ik geef me over aan Uw volmaakte wil.
(Koor)
Niet mijn wil, maar de Uwe geschiede,
O Heer, ik geef alles aan U over.
Niet mijn wil, maar die van jou alleen,
Onder alle omstandigheden kies ik voor jou.
(Outro)
In Uw handen leg ik mijn leven,
Wetende dat U mijn gids en licht bent.
Dus ik zal wandelen met geloof en vrede,
In de overgave van mijn wil aan U.